Sinds 1 april zit er statiegeld op blik. In het laatste kwartaal van 2023 kwam 65% van de verkochte blikjes retour zodat van deze blikjes weer grondstof voor nieuwe blikjes gemaakt kan worden. Daarmee ligt de inzameling van blik hoger dan die van pet over de vergelijkbare periode. In ook in vergelijk met Noorwegen en Denemarken is er een goede start gemaakt. Die landen hadden 8 tot 11 jaar nodig om op 90% inzameling uit te komen.
Statiegeld op blik is met name ingevoerd om de hoeveelheid blikjes in het zwerfafval te verminderen. Uit gegevens van het ministerie van I&W blijkt dat afgelopen jaar het laagste aantal blikjes sinds 8 jaar is aangetroffen. Een mooi resultaat.
Nederlandse Brouwers vindt de resultaten 1 jaar na de invoering van statiegeld op blik bemoedigend. Het is goed om te realiseren dat de volgende fase op weg naar het wettelijk inzameldoel lastiger is. Het Plan van Aanpak dat is opgesteld om meer pet te gaan inzamelen en dat gericht is op o.a. meer inzamelpunten en een intensieve campagne, gaat daaraan een bijdrage leveren.
Omdat een gebruikt blikje een kostbare grondstof is en elk blik in het zwerfafval er een te veel is, zullen brouwerijen ook in hun eigen communicatie bierdrinkers blijven oproepen hun blikjes weer in te leveren.
De inzameling van statiegeldverpakkingen zoals blikjes is de wettelijke verantwoordelijk van producenten. Brouwerijen zijn zich daar zeer van bewust en willen doen wat binnen hun mogelijkheden ligt om aan die wettelijke verplichting te voldoen. Om de inzameling tot een succes te maken is samenwerking binnen de gehele keten essentieel. Van de fabrikanten om inzamelapparaten te leveren, retail en andere locaties voor een dekkend netwerk aan inzamelpunten, clubs en verenigingen om daar verkochte blikjes weer terug te nemen, tot Statiegeld Nederland voor het draaien van het systeem en consumenten om de door hun gekochte blikjes weer in te leveren. De gerealiseerde 65% is dan ook de verdienste van iedereen in de keten en smaakt naar meer.